maandag 27 februari 2012

Jongeren onder hoogspanning

Steeds vaker worden we met de actuele feiten over de hedendaagse jeugd rond onze oren geslagen. Ofwel vluchten jongeren weg, plegen ze zelfmoord of kunnen het onderwijssysteem niet meer aan. De reportage op Telefacts ‘Jongeren onder hoogspanning’van 21 februari, heeft mij aan het denken gezet. Ik heb het hier al over gehad met mijn zus, die Franse letterkunde doceert aan de Kulak en ook met het onderwerp begaan is. Op de site van Telefacts staat te lezen: Je moet succesvol zijn op school, goed zijn in sport, mee zijn op het sociale netwerk, liefst nog een instrument bespelen, een mooi lief hebben. Ouders, de school en kinderen voeden dat zelf, vaak onbewust.

Ik ben het ermee eens dat de samenleving en het systeem waarin wij leven hoge normen opleggen, in het bijzonder voor jonge mensen. Ik had het er onlangs nog over met mijn grootmoeder, die zelf goed beseft wat het is om uit de boot te vallen. Digitale televisie, daar doet ze nog aan mee, maar voor de rest is het schip voor haar al lang verdronken. De smartphone-generatie heeft niet enkel te kampen met enorme chaos aan een hyperdivers maatschappijaanbod, maar ook met het maken van levenskeuzes. Vroeger was het veel eenvoudiger, dat beamen althans mijn ascendenten. Sterk vereenvoudigd ging je voor leraar, advocaat, dokter of industrieel. Technisch geschoolde mensen leerden een stiel en anders kon je terecht in de fabriek. De vrouw bleef meestal thuis en zorgde voor kind en kroost. Bovendien lag de fiscus nog niet bij elke financiële beweging op de loer. Zelfs voor iemand die nu is afgestudeerd, is het verdomd moeilijk om te weten en te begrijpen hoe het hele plaatje in elkaar zit en dat werkt zeer ontmoedigend om de stap naar de realiteit en vooral naar de verantwoordelijkheid te nemen. Het grootste probleem in mijn ogen is dat onze generatie te veel gepamperd wordt. We leven in een onmenselijke luxe en onze levensstandaard is echt heel hoog. Onze ouders hebben goed geboerd en beseffen niet dat ze ons vaak de kracht ontnemen om zelf op ontdekkingstocht te gaan, door ons alles te geven waardoor weinig verantwoordelijkheidszin of belangrijke waarden worden aangewakkerd en meegegeven. Het gevolg is hulpeloosheid. We zwemmen in een zee met vele golven, maar worden eronder bedolven in plaats van ze te trotseren. Dat zorgt voor grote problemen, zoals we nu beginnen te merken. De oorzaak ligt hem volgens mij in het onvoldoende koesteren of trainen van waarden als wilskracht, geduld en doorzettingsvermogen. En het onderwijssysteem werkt dat in de hand. Ik zie het op dat vlak zeer somber in. Jongeren willen directe behoeftebevrediging en dat eist veel van leerkrachten. In die sector zie je dan ook veel burnouts, omdat ieder individu er wil uitspringen en je onmogelijk met al die verschillende persoonlijkheden op de juiste manier kan omspringen. We willen een individu zijn, omdat samenwerkingsverbanden zoals de kerk of het verenigingsleven niet meer dezelfde kracht meegeven als vroeger. Daar kunnen jongeren hun persoonlijkheid dus niet ontplooien, maar evenmin kan dat op de sociale netwerken. Social media vormen dan wel een goed expressiemiddel en helpen ook om de hersenen te versoepelen en ons te leren multitasken. Het vormt weliswaar een grote smet op de face-to-face communicatie die het hier zwaar moet ontgelden. Wie in een conversatie verwikkeld raakt terwijl hij of zij een sms krijgt, zal de voorkeur geven aan het lezen van die sms, terwijl de concentratie ontegensprekelijk daalt tijdens die conversatie. Daar komt de onmiddellijke behoeftebevrediging op de proppen, ook al is die vaak van zeer korte duur. Dat zorgt onder andere voor dat jongeren niet meer de kracht hebben om door te zetten en hun ‘beloning’ stante pede moeten ontvangen. Voor het bedrijfsleven is dat een ramp. Iemand die opgroeit in een cultuur waar directe behoeftebevrediging vanzelfsprekend is, zal na een maand al mogen vertrekken, als hij of zij nog niet zelf die beslissing neemt. Volhardend vermogen is hier immers nodig, want het is vrijwel nergens zo dat je bij je eerste job even op de tanden moet bijten alvorens er resultaat opduikt. Zowel voor werknemers als werkgevers is hier een zekere elasticiteit vereist, anders zullen veel professionele begripsrelaties op de klippen lopen. Wederzijds begrip is hier nodig, maar net zoals in het onderwijs al te merken is, zien we dat dit ook zijn limieten heeft. Wie al na één week de clown begint uit te hangen, omdat hij het zo gewend is en nooit iemand daar op gewezen heeft, zal vaak met zijn hoofd tegen de muur lopen. Volgens Steven Van Belleghem, professor aan de Vlerick Management School en auteur van ‘The Conversation Manager’ zullen jongeren die in mijn jaar geboren zijn (1987) en ouder hier wel nog net raad mee weten, omdat wij voor een groot deel zijn opgegroeid in een behoorlijk eenvoudige maatschappijstructuur zonder internet en social media. Voor mensen die nu pakweg 15 jaar zijn, is het gebruik van social media en internet een evidentie van het twaalfde uur. Zij hebben de gestage evolutie gemist en worden meteen geconfronteerd met een complexe structuur, waardoor sommigen beginnen af te knappen. Het is net als de kikker in ‘An inconvenient truth’ van Al Gore: de kikker die in het water blijft en wordt opgewarmd zal de evolutie van koud naar waar niet gewaarworden, maar als je de kikker onmiddellijk in een warm bad gooit, gaat hij eraan.

De remedie hiervoor is volgens mij om terug te grijpen naar de essentiële waarden en via ons educatief systeem aan te sturen op het belang van de eenvoud. Kunnen genieten van een gesprek, zelf initiatief nemen tot artistieke projecten, gaan wandelen in de bossen en het aanwakkeren van empathisch vermogen via sociale projecten. Hoe Pascal Smet ons onderwijssysteem aan het hervormen is, vind ik een stap in de verkeerde richting. Maar eigenlijk ligt de oorzaak bij Europa. De Bologna-akkoorden die in 2004 zijn goedgekeurd, hadden nooit zo verregaand mogen zijn. Het positieve aspect is dat lifelong learning hierdoor wordt aangemoedigd en de student meer wordt aangezet om buitenlandse studentenervaringen op te doen zodat hij goed bewapend is in de steeds voortschrijdende geglobaliseerde context waarin onze wereld verkeert. Maar het negatieve aspect is er evenzeer: studenten kunnen kiezen hoelang ze over een studierichting doen, maar dat levert helemaal geen competente mensen af. Iemand die vijf jaar doet over zijn rechtendiploma wordt op de arbeidsmarkt aldus evenwaardig gewaardeerd als een student die er tien jaar heeft overgedaan. De eerste is veel competenter, omdat hij of zij blijk geeft van een doorzettingsvermogen om ieder jaar te slagen voor 60 credits. Het onderwijssysteem ontraadt op die manier de belangrijke waarde te volharden en wilskracht aan de dag te leggen. Dergelijke mensen komen vroeg of laat ook terecht in het onderwijs. Ik ken iemand die vijf maal vakdidactiek Frans heeft moeten afleggen. Dat dit mogelijk is, vind ik een regelrechte schande. Die persoon mag Frans geven, maar leerlingen hebben volgens mij ook het recht om ordentelijk Frans te krijgen. Dat is niet gegarandeerd in deze situatie. Mijn leraars uit het lager onderwijs kwamen stuk voor stuk uit het ASO, terwijl de meerderheid van de afgestudeerde leerkrachten lager onderwijs nu uit het TSO komt. Hun basisvorming is veel minder sterk, wat invloed heeft op de kennisoverdracht op de leerlingen. Die zullen op hun beurt minder sterk staan in het secundair onderwijs, waardoor het niveau daar ook zal dalen. Meneer Smet wil immers alle leerlingen – goed of zwak – in één groep verdelen, waardoor het niveau zal gelijkgesteld worden als dat van de zwakste schakel. De prikkel voor de goede leerlingen om nog competitief ingesteld te zijn, is dan helemaal zoek. De universiteiten en hogescholen laten deze mensen instromen en geven hen de kans om een vak tot zes keer toe opnieuw te doen. Hoe kan het bedrijfsleven dan nog het bos door de bomen zien om de echt competente mensen aantrekken? Vrijwel niet. Als we die pessimistische lijn doortrekken, zal er heel wat brain drain ontstaan en kan onze economie hieronder lijden. Volgens mij loopt het nu nog niet zo’n vaart, maar ik zie het somber in. Bij het studeren daarom één raad: zet je smartphone uit, leg je computer en het internet uit, want alleen zo zal je gefocust zijn op je leerstof en goede resultaten behalen en niet geneigd zijn om iedere vijf minuten je Facebook of Twitter te gaan controleren ofte je concentratie voortdurend te verliezen. Dat jongeren zich hiervan bewust zijn, is te merken aan het groot aantal studenten dat gaat studeren in publieke ruimtes, omdat ze zo een artificiële zelfcontrolerende dam opwerpen tegen hun ongedisciplineerde internetdrang. Vroeger deed ik dat ook en ging studeren in de Terminal. Facebook bestond toen nog niet, maar ik was verslaafd aan het grappigste forum in de wereld. Het HRageforum dat we deelden onder onze vrienden, heeft zeker voor mij een nefaste invloed gehad op mijn studieresultaten, dat wil ik echt toegeven. Nu heeft de universiteit echter moeite om alle studenten er een plek te geven, waardoor je de avond voordien elektronisch je zitje moet reserveren. Nu, de evolutie van social media addiction heeft zijn invloed: mijn twee jaar oudere zus had een ijzersterke studiediscipline, bij mij was dat al ferm minder, maar ik zie bij mijn 20-jarige neef dat het zijn leven praktisch volkomen beheerst. Gat in de markt: social media rehab hospitals!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten